Het PAS bevat de basis om toestemming te geven voor nieuwe activiteiten die stikstof uitstoten. Het systeem van de PAS geeft aan de ene kant ruimte voor aan nieuwe initiatieven die extra stikstofuitstoot veroorzaken, zoals veehouderijen of de aanleg van wegen. Aan de andere kant bevat het PAS ook maatregelen om de nadelige gevolgen van stikstof op Natura2000-gebieden te verminderen. Het PAS loopt daarmee vooruit op te verwachten toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden en geeft dus ‘vooraf’ toestemming aan nieuwe activiteiten.
De juridische houdbaarheid van deze constructie werd betwijfeld, waartoe de Afdeling bestuursrechtspraak in 2017 vragen aan het Europese Hof van Justitie over het PAS heeft gesteld. De Afdeling twijfelde ook of het programma voldeed aan de voorwaarden van de Europese Habitatrichtlijn. Die twijfels waren terecht; het Europese Hof oordeelde in november 2018 dat bij het PAS de positieve gevolgen van de maatregelen vooraf vast moeten staan. Slechts dan kan de overheid een vergunning verlenen. Het PAS voldoet niet aan deze voorwaarde. Daarom mag het niet als toestemmingsbasis voor nieuwe activiteiten worden gebruikt.
Ondertussen zijn er de nodige vergunningen verleend en plannen gemaakt onder de PAS. Deze staan nu weer op losse schroeven. Hoe dient u als gemeente om te gaan met vergunningen die onder de PAS zijn verleend? En moeten voor projecten waar een melding voor is gedaan alsnog een vergunning afgegeven worden? Deze vragen beantwoorden we tijdens de cursus Vergunningverlening na de PAS. Ook gaan we in op toekomstige projecten. Welke oplossingsrichtingen kunnen een alternatief voor de PAS vormen?